Pieter Aaronsz Gleijn
Pieter Aaronsz Gleijn,
geb. op 11-06-1769 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 11-06-1769 te Huijsen; dgt. Magteltje Feklenburgtz,
ovl. op 18-05-1770 te Huijsen,
begr. op 18-05-1770 te Huijsen; Impost: f 3,- ; Grafnr. 97.- Vader:
Arent ( Aaron) Jacobsz Gleijn, zn. van Jacob Jacobsz Gleijn en Margrietje Aarons Duurkant,
geb. op 16-09-1736 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 16-09-1736 te Huijsen,
ovl. op 09-07-1792 te Huizen,
begr. op 10-07-1792 te Huizen; Impost: f 30,-; Grafnr. 42 in 't koor,
, -
ARON GLIJN EN CORNELIS REBEL
Huizen Koptienden (1788-37 1793-37):
1787-37: bij Erf v. Jacob Glijn 7 Spt 3 kop 1/8
1790-37: op De Hr. Jan Casper Hartsinck Cornelisz
- 't land gelegen/brngen onder Naarden 1 kop 1/2
- Situatie: 7 Spt 1 kop 5/8
1793-51: op De Wed Aron Glijn 1 Spt 3 kop 1/8
- op Cornelis (Hendriksz) Rebel 1 Spt 3 kop 1/2
1793-37: WEDUWE ARON GLIJN EN CORNELIS REBEL
- Situatie: 4 Spt 3 kop
1794-37: op Cornelis (Hendriksz) Rebel 4 Spt 3 kop
Zie verder: De Weduwe Aron Gleijn
-
ARON GLIJN EN CORNELIS REBEL TE HUIJZEN
Blaricum Koptienden (1788-66 1792-66):
1788-66: bij Erf v. Jacob Glijn 7 kop 3/8
1792-66: op Cornelis Rebel 6 kop 1/8
- op De Weduwe Aron Glijn 1 kop 1/4
-
ORA-183-3219; 23-12-1746: Getuige-verklaring in relatie tot Veesterfte. Gijsbert Teunisz Molenaar sijnde van competente ouderdom woonagtig tot Huijsen, verklaart ter requisitue van Mr. Jan Bernd Bicker, drost van Muijden, Baljuw van Naarden en
Goijland, dat eind November 1746 gekomen in het huijs van Jacob Jacobsz Glijn mede woonagtig tot Huijsen, die dier tijd door sterfte verloren had enig vee, dat hij comparant gevraagt heeft om te mogen hebben een die die getekent was over het
Lijff met een witte streep, en dat Jacob Jacobsz Glijn daarvan het vel en 1/4 van het beest zou genieten, dat daar van sou moeten genieten Soetje van Veeren weduwe van Gijsbert Jacobsz Glijn, broeder van voorn. Jacob Jacobsz Glijn, nog Arent
Lucasz 1/4 part en eijndelijk Cornelis Hendriksz het laaste 1/4 part.
Dat sij comparanten daarop ten deel met Arent Lucasz voornt, met Evert Lambertsz de Oude, die dit werk verrigtigde aan het gestorven beest.
En laastelijk dat hij comparant in bijwesen van de weduwe van Gijsbert Jacobsz Glijn, Arent Lucasz en Cornelis Hendriksz . Een jongetje genaamt Arent, zoon van Jacob Jacobsz Glijn
-
ORA-181-3181; 14-07-1780: Aaron (Jacobsz) Gleijn geef te kennen:
- dat hij in eerder huwelijk is getrouwt geweest met wijlen Magteldje Voorthuijsen, dogter van nu meede wijlen Pieter Willemsz Voorthuijsen (overleden 14-08-1779) en Nelletje Gerberts Bouman (overleden 22-02-1780) indertijd egtelieden
- aan deselve sijne nu overleden huijsvrouw heeft verwekt een nagelaten dochter genaamt Margarietje (Aarons) Gleijn.
- tot voogden over en administrateuren voor Margarietje Gleijn die de / van haar grootmoeder erft, gesteld Cornelis Rebel alhiet woonagtig en Hendrik Lits woonagtig te Amsterdam
-
ORA-184-3221A124; 14-12-1781: Compareerden Aaron Gleijn en Lambert Keijer Buurmeesteren, Dirk Hoogenbirk, Jacob Ruijn, Gerrit van As en Claas Visser scheepenen, Willem Teeuwisz, Jacob Franken van Wessel, Willem L. Smit, en Cornelis Rebel,
Raaden binnen den voorn: Dorpe ter Eenre, En Jan Jansz Jongerden en Jan Keijer Kerkmeesteren aldaar ter andere sijde. Voortzetting disputen d.d. 15-11-1715 over zeker accoord m.b.t. betaling verpondingen. Echter vanaf 01-01-1781 zullen
Kerkmeesteren zelf de verponding van de huijsen en landerijen van de kerk moeten betalen.ad f 130. Alle handtekeningen
-
ORA-184-3222A139; 07-06-1787: Akte van bewijs en uijtkoop. Mejuffrouw Magdalena Sas weduwe en geinstitueerde erfgenaam van wijlen de Heer Dirk (Pietersz) Boor ter Eenre, de Heer Pieter (Dircksz) Boor, en Mejuffrouwen Claasje (Dircks) Boor en
Geertruij (Dircks) Boor, alle meerderjarig en ongehuwd, woonagtig alhier, mitsgaders de Heeren Jacob Sas scheepen tot Loosdregt, Paulus Guijkingh oud Burgemeester der stad Naarden, en Aaron Gleijn oud Buurmeester dezes Dorps als door Mejuffrouw
Magdalena Sas wed de Heer Dirk Boor bij dd 29-08-1770 bij Nots Jacob van Marken Cornelisz binnen de stad Weesp gestelde voogden over haar 5 toen nog minderjarige kinderen en dus nu alleen over mejuffrouw Wijgertje (Dircks) Boor; zijnde de Heer
Harmanus (Dircksz) Boor reeds overleeden, en de drie gemelde kinderen meerderjarig, ter andere zijde.
Te kennen gevende dat Dirk Boor en Magdalena Sas op 31-08-1757 voor Nots. Cornelis Hoet in Weesp haar langstlevende Testament hadden gepasseert, dat Dirk Boor op 4-11-1769 metter dood geconfirmeerd hebbende. Magdalena Sas thans geneegen was om
aan de voorn: dispositie van haare overleden man te voldoen. Per kind f 4.500; 4 kinderen (1 van 5 reeds overleden),
tr. (2)
met Aaltje Wolf de.,
tr. (1) op 13-06-1762 te Huijzen; Impost 28-05-1762L 2x f 30,- = f 60,-.
>